Wet DBA
24 sep
Nieuws

De Wet DBA en de handhaving vanaf 2025: Wat betekent dit voor zzp’ers en bouwbedrijven?

Door Dennis Pettinga

Handhaving Wet DBA en schijnzelfstandigheid: alles wat je moet weten!

De ontwikkelingen rondom de Wet DBA gaan snel. Er is geen kant-en-klare informatie beschikbaar en het vergt constante aandacht voor nieuwe regels en vonnissen. We volgen de laatste ontwikkelingen op de voet en via onze speciale pagina houden we jou op de hoogte.

De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) is een Nederlandse wet die sinds 1 mei 2016 in werking is getreden als vervanging van de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie). Deze wet heeft grote gevolgen voor zowel zzp’ers als opdrachtgevers, vooral in sectoren zoals de bouw. Vanaf 1 januari 2025 zal de handhaving van de Wet DBA worden aangescherpt. In dit artikel lees je wat de wet inhoudt, wat de handhaving betekent en hoe je je kunt voorbereiden.

Wat is de Wet DBA?

De Wet DBA is ingevoerd met als doel de relatie tussen opdrachtgevers en zelfstandigen (zzp’ers) te verduidelijken en schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Hiermee wil de wet de verantwoordelijkheden van zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers in balans brengen en de handhavingsmogelijkheden verbeteren. De Belastingdienst kan op basis van deze wet bepalen of er sprake is van een echte zzp-relatie of een (fictief) dienstverband.

Een belangrijk onderdeel van de Wet DBA zijn de modelovereenkomsten. Deze overeenkomsten worden goedgekeurd door de Belastingdienst en bieden duidelijkheid over de aard van de arbeidsrelatie voor een periode van vijf jaar. Als partijen werken volgens een goedgekeurde modelovereenkomst, hoeven opdrachtgevers geen loonheffingen in te houden.

Handhaving vanaf 2025

Hoewel de wet al sinds 2016 van kracht is, is handhaving herhaaldelijk uitgesteld vanwege onrust en verwarring onder zzp’ers en opdrachtgevers. Veel bedrijven vonden de wet te vaag en niet werkbaar, waardoor duidelijkheid uitbleef. Dit veranderde echter toen de overheid aankondigde dat de handhaving vanaf 1 januari 2025 echt zal worden aangescherpt.

Vanaf dat moment zal de Belastingdienst actief controleren of zzp’ers werkelijk als zelfstandige worden ingezet. Voor opdrachtgevers betekent dit dat ze het risico lopen op naheffingen en boete wanneer blijkt dat hun zzp’ers feitelijk in loondienst werkten. De handhaving wordt wel met nuance toegepast: opdrachtgevers die in het eerste jaar welwillend proberen te voldoen aan de regels, krijgen geen boetes, maar kunnen wel te maken krijgen met naheffingen.

Modelovereenkomsten en de pilot webmodule

Om meer duidelijkheid te bieden over arbeidssituaties is de overheid gestart met een Pilot Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie. Deze webmodule is ontworpen om opdrachtgevers en zzp’ers meer inzicht te geven in de aard van hun samenwerking en te helpen bepalen of er sprake is van zelfstandigheid of een dienstverband.

Je kunt een modelovereenkomst gebruiken, maar de Belastingdienst zal geen nieuwe modelovereenkomsten meer goedkeuren. De goedgekeurde overeenkomsten blijven wel geldig tot de einddatum. 

Schijnzelfstandigheid in de bouwsector

De bouwsector is bijzonder kwetsbaar voor schijnzelfstandigheid. Veel zzp’ers werken namelijk langdurig mee aan projecten waarbij ze vaak onder gezagsverhouding opereren en te weinig ondernemersrisico dragen. Dit zijn duidelijke signalen van schijnzelfstandigheid. De Wet DBA stelt dat een zzp’er (vrijwel) geen gezagsverhouding mag hebben. Dit betekent dat zzp’ers in de bouw vaak risico lopen om alsnog als werknemer te worden aangemerkt.

Indien de Belastingdienst schijnzelfstandigheid vaststelt, kunnen zzp’ers hun belastingvoordelen kwijtraken en kunnen opdrachtgevers aansprakelijk worden gesteld voor het niet afdragen van loonheffingen.

Zzp’ers moeten laten zien dat ze zelfstandig werken, eigen middelen gebruiken en ondernemersrisico lopen. In de bouwsector kan dit bijvoorbeeld betekenen dat zzp’ers hun eigen materialen en gereedschappen aanschaffen en dat zij duidelijk omschreven opdrachten hebben, zonder in de gezagsverhouding van de opdrachtgever te belanden.

Gevolgen voor zzp’ers in de bouw

Zzp’ers in de bouwsector lopen een verhoogd risico om als schijnzelfstandige te worden aangemerkt. Zelfstandigen die langdurig fulltime voor één opdrachtgever werken zonder duidelijke ondernemersrisico’s, lopen het risico om als werknemer te worden gezien. Zo zijn er voorbeelden bekend van zzp’ers die al meer dan tien jaar uitsluitend voor dezelfde opdrachtgever werken en door iedereen in het bedrijf gezien wordt als één van hen. Dit hield ook in dat deze zelfstandige een bijdrage leverde aan de personeelsvereniging en elk jaar hetzelfde kerstpakket ontving als de collega’s.

Zzp’ers moeten zich voorbereiden op de handhaving. Dit betekent dat er meer nadruk komt te liggen op het aannemen van echte opdrachten en minder op het verrichten van werk dat als regulier personeelswerk kan worden beschouwd. Controles door de Belastingdienst zijn vanaf 2025 zeker te verwachten.

Tips voor zzp’ers in de bouw

  1. Zorg voor eigen bedrijfsmiddelen: Heb je eigen gereedschap, een zakelijke e-mail, een website en een logo? Deze uiterlijke kenmerken van ondernemerschap zijn belangrijk om je zelfstandigheid te bewijzen. Het helpt je om naar buiten toe te laten zien dat je als zelfstandige werkt en niet als reguliere werknemer.
  2. Houd je documentatie op orde: Leg alle afspraken met opdrachtgevers schriftelijk vast. Zorg ervoor dat je ondernemersrisico’s zichtbaar zijn, bijvoorbeeld door te werken voor een vaste prijs en verantwoordelijkheid te dragen voor herstelwerkzaamheden als iets fout gaat. Dit toont aan dat je niet werkt onder een gezagsverhouding.
  3. Werk voor meerdere opdrachtgevers: Zorg ervoor dat je gedurende een jaar voor meerdere opdrachtgevers werkt om te voorkomen dat je te afhankelijk lijkt van één opdrachtgever. Dit helpt om te laten zien dat je daadwerkelijk als ondernemer opereert en niet stiekem in loondienst bent.

Gevolgen voor opdrachtgevers in de bouw

Voor opdrachtgevers zijn de financiële en juridische gevolgen van schijnzelfstandigheid groot. Als de Belastingdienst vaststelt dat een zzp’er eigenlijk als werknemer had moeten worden behandeld, kunnen er forse naheffingen volgen op de loonheffingen. Dit geldt zelfs met terugwerkende kracht vanaf het moment dat er aanwijzingen of waarschuwingen zijn geweest.

Opdrachtgevers moeten actief controleren of zzp’ers als zelfstandigen werken en dat er geen sprake is van (een duidelijke) gezagsverhouding of te weinig ondernemersrisico. Het blijft belangrijk om duidelijk vast te leggen dat zzp’ers zelfstandig werken en niet opgaan in de organisatie.

Tips voor bouwbedrijven

  1. Voer een risicoanalyse uit: Controleer alle zzp-constructies grondig en herzie deze waar nodig om te voldoen aan de eisen voor zelfstandig ondernemerschap. Kijk specifiek naar het risico van schijnzelfstandigheid en zorg dat zzp’ers niet te afhankelijk zijn van jouw bedrijf.
  2. Documenteer alles zorgvuldig: Leg alle afspraken met zzp’ers schriftelijk vast en zorg dat zzp’ers duidelijk als zelfstandigen werken. Vermijd situaties waarin zzp’ers lijken op reguliere werknemers, zoals langdurige aanwezigheid bij één project of het uitvoeren van taken onder leiding van jouw personeel.
  3. Zorg voor duidelijke opdrachtomschrijvingen: Geef zzp’ers afgebakende opdrachten met een duidelijke begin- en einddatum. Dit helpt om te voorkomen dat de zzp’er te lang onder jouw directe leiding werkt, wat zou kunnen wijzen op een gezagsverhouding.

Veelgestelde vragen over de Wet DBA

Wat gebeurt er als een zzp’er onder gezag werkt?
Als de Belastingdienst vaststelt dat een zzp’er onder gezag van een opdrachtgever werkt, kan de arbeidsrelatie worden aangemerkt als een dienstverband. Dit betekent dat de opdrachtgever alsnog loonheffingen moet afdragen. Er worden mogelijk naheffingen en boetes opgelegd. Dit kan ook met terugwerkende kracht gebeuren, wat leidt tot grote financiële risico’s voor de opdrachtgever.

Kan de Belastingdienst met terugwerkende kracht naheffingen opleggen?
Ja, de Belastingdienst kan naheffingen met terugwerkende kracht opleggen als blijkt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid. Dit kan vanaf het moment dat de situatie van schijnzelfstandigheid is vastgesteld. Zelfs als er eerder geen actie is ondernomen, kan de Belastingdienst alsnog correcties toepassen en aanzienlijke naheffingen opleggen.

Wat gebeurt er als ik als zzp’er te afhankelijk ben van één opdrachtgever?
Als je als zzp’er grotendeels voor één opdrachtgever werkt, loop je het risico om als schijnzelfstandige te worden gezien. Dit kan ertoe leiden dat de Belastingdienst de relatie als loondienst beschouwt, met als gevolg dat de opdrachtgever loonheffingen moet afdragen. Het is belangrijk om voor meerdere opdrachtgevers te werken om je zelfstandigheid te bewijzen.

Wat zijn de risico’s van het niet correct vastleggen van afspraken?
Als afspraken niet duidelijk en schriftelijk zijn vastgelegd, kan de Belastingdienst oordelen dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst in plaats van een opdrachtovereenkomst. Dit vergroot de kans op naheffingen en boetes, zowel voor de zzp’er als voor de opdrachtgever. Duidelijke documentatie voorkomt misverstanden en beschermt beide partijen tegen juridische en financiële gevolgen.

Disclaimer:
De informatie in dit artikel is bedoeld om een algemeen overzicht te geven van
de Wet DBA, specifiek voor de bouwsector. Omdat de wetgeving rond zzp’ers en
schijnzelfstandigheid voortdurend in ontwikkeling is, kan dit artikel niet altijd volledig up-to-
date zijn. We doen ons best om het artikel regelmatig bij te werken, maar adviseren je om
altijd juridisch advies in te winnen en de laatste richtlijnen van de Belastingdienst te
raadplegen voordat je actie onderneemt.