Wet DBA gevolgen
21 okt
Nieuws

Wat zijn de gevolgen van de handhaving Wet DBA voor jou?

Door Dennis Pettinga

Handhaving Wet DBA en schijnzelfstandigheid: alles wat je moet weten!

De ontwikkelingen rondom de Wet DBA gaan snel. Er is geen kant-en-klare informatie beschikbaar en het vergt constante aandacht voor nieuwe regels en vonnissen. We volgen de laatste ontwikkelingen op de voet en via onze speciale pagina houden we jou op de hoogte.

De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) is niet nieuw. Sinds 2016 vervangt deze wet de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) en heeft als doel om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Nu, na jaren van gedoogbeleid, wordt per 1 januari 2025 handhaving ingezet. Dit heeft aanzienlijke gevolgen voor zowel bouwbedrijven als zzp’ers in de bouw. De wet maakt duidelijk onderscheid tussen zelfstandige ondernemers en werknemers, en wie dit onderscheid niet goed weet aan te tonen, kan te maken krijgen met financiële sancties en naheffingen. Hieronder bespreken we de impact voor beide groepen.

Wat betekent dit voor bouwbedrijven?

Vanaf 2025 moeten bouwbedrijven hun zzp’ers strikt als zelfstandigen behandelen. De kern van de Wet DBA draait om drie belangrijke pijlers: gezag, zelfstandigheid en ondernemersrisico. Voor bouwbedrijven betekent dit een verschuiving in de manier waarop ze zzp’ers inzetten. Hieronder enkele concrete gevolgen:

  1. Toegenomen administratieve verplichtingen
    Voor iedere opdracht zal er een aparte overeenkomst opgesteld moeten worden waarin duidelijk wordt dat de zzp’er als zelfstandige werkt en niet als werknemer. Jaarcontracten waarbij zzp’ers op allerlei klussen worden ingezet zonder specifieke afspraken per project voldoen niet aan de eisen. Bouwbedrijven moeten zorgen voor gedetailleerde en projectgerichte contracten en deze nauwgezet bijhouden.
  2. Hogere kosten door mogelijke naheffingen
    Als de Belastingdienst constateert dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, kunnen opdrachtgevers met terugwerkende kracht naheffingen krijgen voor loonbelasting, sociale premies en mogelijk zelfs boetes. Dit kan vooral pijnlijk zijn als er jarenlang zzp’ers zijn ingezet die feitelijk als werknemers functioneerden. Bouwbedrijven kunnen hierdoor aanzienlijk hogere kosten verwachten.
  3. Risico op verminderde flexibiliteit
    Bouwbedrijven die gewend zijn om zzp’ers voor langere tijd aan zich te binden, lopen risico. Het langdurig werken met dezelfde zzp’ers zonder duidelijk afgebakende projecten kan de indruk wekken van een verkapt dienstverband. Bedrijven zullen zzp’ers mogelijk projectmatig moeten inzetten en de duur van opdrachten beperken om zelfstandigheid te waarborgen.
  4. Afhankelijkheid van goedgekeurde overeenkomsten en advies
    Bouwbedrijven zullen goedgekeurde overeenkomsten moeten gebruiken die aan de criteria van de Belastingdienst voldoen. Ook zullen ze wellicht vaker een expert raadplegen om te verzekeren dat hun afspraken en werkwijze volgens de wet zijn.

Gevolgen voor zzp’ers in de bouw

Ook voor zzp’ers in de bouw zijn er belangrijke veranderingen. Zij moeten aantoonbaar als zelfstandige werken om geen risico te lopen op schijnzelfstandigheid. Wat zijn de belangrijkste gevolgen?

  1. Strengere eisen aan zelfstandigheid en ondernemerschap
    Zzp’ers moeten meer aandacht besteden aan hun ondernemerskenmerken. Dit betekent eigen bedrijfsmiddelen gebruiken, zoals bedrijfswagens en gereedschap, en zichtbaar werken onder eigen bedrijfsnaam (met logo, eigen werkkleding en zakelijk e-mailadres). Wie geen eigen bedrijfsmiddelen heeft of te weinig onderscheid maakt tussen het werk van werknemers, loopt het risico als werknemer gezien te worden.
  2. Grote financiële risico’s bij schijnzelfstandigheid
    Wanneer de Belastingdienst achteraf schijnzelfstandigheid constateert, kan dit voor de zzp’er leiden tot terugbetaling van btw en inkomstenbelasting over eerdere opdrachten. Ook eventuele aftrekposten zoals de zelfstandigenaftrek kunnen dan teruggedraaid worden. Dit kan financiële gevolgen hebben voor zzp’ers die jarenlang bij dezelfde opdrachtgever werkten zonder voldoende onderscheidend te werken als zelfstandige.
  3. Beperkte langdurige opdrachten bij één opdrachtgever
    Zzp’ers die gewend zijn langdurig voor één opdrachtgever te werken, moeten inzien dat dit een risico vormt. Het werken voor meerdere opdrachtgevers per jaar kan helpen om zelfstandigheid te tonen, maar zelfs dat is geen garantie. Het blijft essentieel om bij één opdrachtgever niet te lang op dezelfde plek te blijven zonder afwisseling en andere projecten.
  4. Noodzaak tot ondernemersrisico’s
    Zzp’ers moeten niet alleen een project zelfstandig uitvoeren, maar ook daadwerkelijk risico lopen. Dit houdt in dat zij verantwoordelijk zijn voor hun eigen werk en eventuele herstelkosten als er iets misgaat. Het risico op wanbetaling door opdrachtgevers hoort ook bij deze ondernemersrol. Wie geen risico loopt, kan in de ogen van de Belastingdienst meer als werknemer gezien worden.

De handhaving van de Wet DBA dwingt zowel bouwbedrijven als zzp’ers in de bouw tot actie. Voor bouwbedrijven is het cruciaal om contracten en werkwijzen aan te passen en zzp’ers écht als zelfstandigen in te zetten. Voor zzp’ers betekent dit dat ze aantoonbaar als ondernemers moeten werken en zichtbaar moeten maken dat ze eigen verantwoordelijkheid dragen. Ondanks de aangekondigde zachte landing is het duidelijk dat de handhaving serieuze gevolgen kan hebben als niet aan de regels wordt voldaan.

Lees ook onze andere artikelen over de Wet DBA.

Wet DBA en handhaving vanaf 2025
De risico’s voor bouwbedrijven

Disclaimer:
De informatie in dit artikel is bedoeld om een algemeen overzicht te geven van
schijnzelfstandigheid in de bouwsector. Omdat de wetgeving rond zzp’ers en
schijnzelfstandigheid voortdurend in ontwikkeling is, kan dit artikel niet altijd volledig up-to-
date zijn. We doen ons best om het artikel regelmatig bij te werken, maar adviseren je om
altijd juridisch advies in te winnen en de laatste richtlijnen van de Belastingdienst te
raadplegen voordat je actie onderneemt.